Slaapregressie bij je baby
Wanneer je kindje moeite heeft met slapen en je online advies zoekt, stuit je vaak op de term ‘slaapregressie’. Maar wat houdt slaapregressie precies in? Is het iets dat alle baby’s ervaren en hoe kun je je kleintje ondersteunen tijdens deze periode?
Wat is slaapregressie?
Slaapregressie verwijst naar een fase waarin je baby plotseling minder goed slaapt. Dit houdt in dat je kleintje ‘s nachts vaak wakker wordt en daarna moeite heeft om weer in slaap te vallen. Slaapregressie kan elke baby treffen, ongeacht of ze normaal gesproken makkelijk of moeilijk slapen. Deze periode kan variëren van twee tot zes weken. Hoewel alle baby’s door fasen van slaapregressie gaan, ervaart elk kind dit op zijn eigen manier en in verschillende mate.
Wat is de oorzaak van slaapregressie?
De gedachte achter slaapregressie is dat wanneer je kindje bezig is met het leren van nieuwe vaardigheden, zoals omrollen of lopen, deze ontwikkelingen ook ‘s nachts doorgaan. Je kleintje is druk bezig met het verwerken van al deze nieuwe informatie. In feite blijft hij in zijn hoofd bezig met het oefenen van deze vaardigheden, zelfs wanneer hij zou moeten rusten. Zijn zenuwstelsel is in deze fase actiever, wat resulteert in lichtere en meer onderbroken slaap.
Wanneer je kindje midden in een slaapregressie zit, kan dit voor jou als ouder behoorlijk uitdagend zijn. Het is troostend om te onthouden dat deze periode slechts tijdelijk is en dat slaapregressie in feite een teken van vooruitgang is. Het duidt op de ontwikkeling van je baby. Hoewel het momenteel zwaar en vermoeiend kan zijn, zal je kind na deze fase aanzienlijke ontwikkelingen hebben doorgemaakt.
Het verschil tussen slaapregressie en sprongetjes
Slaapregressie en sprongetjes zijn niet hetzelfde, hoewel beide kunnen leiden tot onrustiger slapen bij je baby. Het onderscheid? Sprongetjes verwijzen naar mentale ontwikkelingsfasen van je baby, terwijl slaapregressie plaatsvindt wanneer je kindje bezig is met het leren van een motorische vaardigheid. Vaak vinden slaapregressies plaats tussen de sprongetjes door.
Wanneer zijn de slaapregressies?
In de eerste twee jaar van je kind zijn er vijf momenten waarop slaapregressie optreedt, samenhangend met significante ontwikkelingsmijlpalen. Tijdens deze perioden bereikt je kind nieuwe vaardigheden zoals omrollen, zitten of lopen.
De slaapregressies kun je rond de volgende tijden verwachten:
- 4 maanden: Dit is vaak de eerste en meest intense slaapregressie. Op deze leeftijd verandert de slaapcyclus van je baby blijvend.
- 8 maanden: Rond deze tijd ervaren veel baby’s een slaapregressie, vaak gerelateerd aan de overgang van drie naar twee dutjes overdag.
- 12 maanden: Rond de eerste verjaardag ondergaan kinderen een slaapregressie, gekoppeld aan grote motorische ontwikkelingen zoals staan of lopen, en een sprong in taalontwikkeling. Kinderen die nu kunnen zitten en staan, willen dit ook in hun bedje doen, wat het slapen bemoeilijkt.
- 18 maanden: Veel dreumesen schakelen over van twee naar één dutje overdag, wat kan leiden tot slaapproblemen. Verlatingsangst kan ook een piek bereiken rond deze tijd, samen met een belangrijke stap in de taalontwikkeling.
- 2 jaar (24 maanden): De ‘terrible two’s’ beginnen en dit heeft ook invloed op het slaapgedrag. Peuters worden zich meer bewust van hun eigen wil en dit kan zich uiten in weerstand tegen slaaptijd, weigering van middagdutjes of nachtelijk wakker worden.
Elke fase is een natuurlijk onderdeel van de groei en ontwikkeling van je kind. Hoewel het uitdagend kan zijn, is het belangrijk te onthouden dat deze perioden tijdelijk zijn en vaak samenvallen met belangrijke ontwikkelingsmijlpalen.
Wat zijn de symptomen?
Elke baby ervaart slaapregressies anders, met sommigen die nauwelijks tekenen vertonen en anderen die hun ouders nachtenlang wakker houden. Hoewel de reacties variëren, zijn dit enkele veelvoorkomende signalen die kunnen wijzen op een slaapregressie:
- Je baby wordt ‘s nachts vaker wakker, vaak op onvoorspelbare tijden.
- Je kindje vindt het moeilijk om weer in slaap te vallen na het wakker worden in de nacht.
- Je baby begint ‘s ochtends vroeger dan gebruikelijk wakker te worden.
- Overdag weigert je baby dutjes te doen of zijn de slaapjes korter dan normaal.
- Of juist het tegenovergestelde: je baby doet overdag uitzonderlijk lange dutjes (meer dan 3 uur).
- Rond 8 maanden kan je kind tekenen van verlatingsangst vertonen.
- Je baby lijkt prikkelbaarder en huilt meer dan gewoonlijk.
- Je kindje toont minder interesse in eten.
Deze tekenen kunnen duiden op een slaapregressie, een normaal onderdeel van de ontwikkeling, hoewel het voor ouders uitdagend kan zijn. Het is belangrijk om geduldig en begripvol te blijven terwijl je kind door deze groeifase gaat.
Hoe lang kan het slechte slapen duren?
De duur van een slaapregressie is niet in steen gebeiteld en varieert sterk. Je zult opmerken dat je baby een periode van onrustige nachten doormaakt, gevolgd door een fase waarin de slaap verbetert of zich een nieuw slaappatroon ontwikkelt. Dit kan soms al na enkele dagen merkbaar zijn, maar het kan ook tot zes weken aanhouden. De lengte van deze periode verschilt per kind en elke slaapregressie kan een andere tijdsduur hebben. Het is een uniek proces voor elk kind.
Wanneer stopt de slaapregressie?
Het is moeilijk te bepalen wanneer een slaapregressie start en stopt. Bij sommige baby’s is het duidelijk zichtbaar door een plotselinge verandering in hun slaappatroon, terwijl anderen er zo doorheen glijden dat je het nauwelijks opmerkt. Bovendien is er geen vast moment waarop een slaapregressie eindigt. Het slaapgedrag van je kind verandert tijdens deze periode, en hoe snel ze zich aanpassen, varieert. Bovendien kunnen sommige kinderen tijdens een langdurige en intense slaapregressie nieuwe slaapgewoonten ontwikkelen die ze ook na de regressieperiode blijven gebruiken, wat betekent dat je mogelijk nieuwe routines moet aanleren zodra de regressie voorbij is.
Laten huilen of toch aandacht geven?
Het was ooit gebruikelijk om baby’s te laten huilen tot ze in slaap vielen, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat dit schadelijk kan zijn voor hun hersenontwikkeling en de band met hun ouders. Baby’s die huilend in slaap vallen, hebben vaak een verhoogd cortisolniveau, wat wijst op stress en dit kan de hersenontwikkeling negatief beïnvloeden. Baby’s kunnen hun emoties en stress nog niet zelfstandig reguleren en hebben ondersteuning nodig. Het negeren van hun huilen kan leiden tot een gevoel van hulpeloosheid en problemen met hechting.
Voor dreumesen en peuters ligt dit iets anders. Het is normaal dat zij soms protesteren tegen bedtijd en je hoeft niet op elk geluidje te reageren. Geef ze de kans om zelfstandig in slaap te vallen. Echter, als het huilen intens wordt of angstig klinkt, is het belangrijk om te reageren en troost te bieden. Het gaat erom een balans te vinden tussen het bieden van comfort en het aanmoedigen van zelfstandigheid.
Hoe kan je jouw kindje helpen?
De reactie van je baby op een slaapregressie is onvoorspelbaar, maar je kunt hem wel ondersteunen met de volgende adviezen:
- Bied troost en nabijheid. In deze onrustige leerperiode heeft je baby extra behoefte aan jouw liefde en aandacht. Troost en knuffel hem als hij het moeilijk heeft.
- Reageer op huilen. Een beetje mopperen mag, maar als je baby echt huilt, blijf dan bij hem en bied troost.
- Evalueer het slaapschema. Misschien is het tijd voor een aanpassing in de slaapjes overdag. Houd het bestaande ritme aan waar mogelijk, maar wees flexibel als veranderingen nodig zijn.
- Handhaaf een consistent slaapritueel. Zelfs als de tijden veranderen, houd de stappen van het ritueel hetzelfde om consistentie te bieden.
- Zorg voor een donkere, rustige slaapkamer. Een goed verduisterde kamer helpt je baby dieper te slapen.
- Houd de slaapkamer koel. Een temperatuur tussen 15 en 18 °C is ideaal.
- Overweeg white noise. Veel baby’s vinden het rustgevende geluid prettig en het kan helpen bij het dempen van storende geluiden.
- Begrijp de ontwikkelingsfase. Weet wat je kind leert en hoe je hem overdag kunt ondersteunen.
- Onthoud dat je baby het niet expres doet. Hij heeft geen controle over zijn slaappatroon, dus probeer geduldig en begripvol te blijven.
- Zorg goed voor jezelf. Jouw gezondheid en gemoedstoestand zijn cruciaal. Zoek steun, rust uit en zorg voor je eigen welzijn.
- Vraag om hulp. Deel de zorg met je partner of vraag familie en vrienden om ondersteuning. Overweeg een slaapcoach of raadpleeg een arts bij aanhoudende zorgen.
Door deze tips toe te passen, kun je je baby en jezelf door een slaapregressie heen helpen.
Blijf op de hoogte
Mis geen enkel artikel meer, schrijf je in en blijf op de hoogte!