Het stereotype beeld van autistisch gedrag past vaak meer bij jongens dan bij meisjes. Dit verklaart mede waarom jongens vaker de diagnose ASS (autismespectrumstoornis) krijgen. Dit betekent echter niet dat autisme niet bij meisjes voorkomt.
Het is vaak moeilijker te herkennen omdat het zich anders kan uiten.
In dit artikel bespreken we de kenmerken die vaak voorkomen bij meisjes met autisme.
Een ander perspectief op autisme bij meisjes
Bij meisjes, en soms bij intelligentere jongens, valt autisme vaak minder snel op omdat ze andermans gedrag goed kunnen imiteren. Hierdoor kunnen ze hun beperkingen compenseren en de kenmerken van ASS (autismespectrumstoornis) verbergen.
Daarnaast worden meisjes vaker aangemoedigd om sociaal gedrag te vertonen, zoals delen, troosten en helpen, wat kan bijdragen aan het verbergen van autisme.
Tot slot wordt gedrag bij meisjes vaak anders geïnterpreteerd dan bij jongens. Als een kind bijvoorbeeld geen oogcontact maakt, wordt dit bij meisjes eerder toegeschreven aan verlegenheid dan aan autisme.
Autisme bij meisjes en intelligente jongens
Hoewel dit artikel zich richt op autisme bij meisjes, kunnen de beschreven kenmerken ook voorkomen bij intelligente jongens met autisme. Omgekeerd kunnen sommige meisjes juist het klassieke beeld van ASS (autismespectrumstoornis) vertonen, vooral als ze ook een ontwikkelingsachterstand hebben.
Kenmerken van autisme bij meisjes
Op het eerste gezicht lijken meisjes met autisme vaak geen duidelijke kenmerken te vertonen, zoals het ontbreken van fantasiespel of normale sociale interactie. Bij nader inzien kunnen echter subtielere beperkingen zichtbaar worden. Meisjes met ASS vallen soms pas op latere leeftijd op, wanneer complex sociaal inzicht wordt verwacht.
Contact maken
- Het contact blijft oppervlakkig.
- Weinig onderscheid tussen vreemden en bekenden.
- Te terughoudend of juist te vrij in het maken van contact.
- Interactie kan stereotiep zijn, met herhalende gebaren en uitdrukkingen.
Communicatieproblemen
Bij jonge meisjes kan de sociale communicatie goed lijken, bijvoorbeeld door het gebruik van gebaren. Dit gedrag kan echter aangeleerd en niet spontaan zijn.
- Gebaren zijn overdreven of contextloos.
- Stereotiepe gebaren, altijd op dezelfde manier uitgevoerd.
- Beperkte variatie in mimiek; glimlachjes kunnen meer op grimassen lijken.
- Geen geleidelijke veranderingen in mimiek: alles of niets.
- ‘Sociaal kletsen’ kan bij nader inzien eenzijdig veel-praten zijn.
- In sommige situaties niet of nauwelijks spreken (selectief mutisme).
- Spreken met een hoog stemmetje.
- Combineren van specifieke taaluitingen met vaste gebaren en gezichtsuitdrukkingen, zoals ‘Oooh’ met een geschrokken gebaar.
Té gevoelig voor andermans emoties
- Meisjes met autisme kunnen overgevoelig zijn voor de emoties van anderen, wat soms wordt verward met hoogsensitiviteit.
- Ze lijken geen eigen emoties te hebben en passen zich volledig aan de omgeving aan.
- Moeders merken vaak dat hun dochters zo sterk op hen gericht zijn dat ze zich ‘geclaimd’ voelen.
- Kinderen kunnen subtiele veranderingen in mimiek opmerken zonder de context te begrijpen. Ze voelen bijvoorbeeld de boosheid van de juf aan, maar begrijpen niet dat de woede op een ander kind gericht is.
Identiteitsproblemen
Meisjes met autisme hebben vaak moeite om tot handelen te komen omdat ze continu de stemming en reacties van anderen peilen. Hierdoor kan het moeilijk zijn om te onderscheiden wat hun eigen gedrag is en wat ze hebben gekopieerd van bijvoorbeeld de juf of andere kinderen. Volwassen vrouwen met autisme geven soms aan dat ze zich als een ‘kameleon’ voelen en niet goed weten wie ze werkelijk zijn.
Subtiele spelproblemen
Hoewel het ontbreken van fantasiespel vaak wordt genoemd als kenmerk van autisme, kan dit bij meisjes subtieler zijn.
- Sommige jonge meisjes met autisme zijn zo bezig met het observeren van anderen dat ze niet aan spel toekomen.
- Hun fantasiespel is niet spontaan, maar eerder stereotiep, waarbij steeds hetzelfde verhaal wordt nagespeeld dat ze op televisie of bij een ander kind hebben gezien.
- Soms hebben ze juist een overvloed aan fantasie, waardoor ze moeilijk onderscheid kunnen maken tussen fantasie en werkelijkheid.
- Problemen ontstaan vaak tijdens het samenspelen; meisjes kunnen heel volgend of juist heel dominant zijn, wat problemen kan opleveren met leeftijdsgenoten.
Flexibiliteit
Rigide zijn is een kenmerk van autisme; kinderen met autisme zijn vaak minder flexibel en houden vast aan routines en voorkeuren.
- Sommige jonge meisjes moeten opvallend lang wennen aan situaties, bijvoorbeeld op het kinderdagverblijf na een weekend of vakantie, of aan nieuwe personen. Waar jongens snel worden gelabeld als niet tegen veranderingen kunnen, wordt dit gedrag bij meisjes eerder gezien als “verlegen” of “gevoelig”.
- Meisjes met autisme hebben vaak ‘gangbare’ en sociaal geaccepteerde interesses zoals tekenen, kleuren, knutselen of dieren. Wat opvalt is de intensiteit waarmee ze in deze activiteiten opgaan en moeite hebben om los te komen.
- Ze worden vaak omschreven als behulpzaam, wat sociaal lijkt, maar deze behulpzaamheid blijkt vaak een manier om de regie te houden en is een uiting van rigiditeit.
- Motorisch kan spanning zichtbaar zijn, zoals gebalde vuistjes of opgetrokken schouders.
Sensoriek
- Jonge meisjes lijken vaak overgevoelig voor geluiden en bepaalde aanrakingen, zoals kleding die niet lekker zit.
- Eetproblemen kunnen ook voorkomen.
Vermoeidheid door overprikkeling en aanpassing
Kinderen met autisme ervaren vaak vermoeidheid en lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn, obstipatie, slaapproblemen en eetproblemen.
Hoewel deze klachten niet specifiek zijn voor autisme, worden ze vaak gemeld door ouders van kinderen met ASS.
Deze klachten zijn waarschijnlijk het gevolg van het constante observeren, imiteren en aanpassen, wat leidt tot overprikkeling.
Dit voortdurend compenseren en camoufleren heeft zowel positieve als negatieve kanten. Het stelt kinderen in staat beter te functioneren op bijvoorbeeld school, maar het kost enorm veel energie.
Ze zijn constant op hun hoede en lopen op hun tenen. Dit kan leiden tot overmatig piekeren, spanningsklachten en angst.
Daarnaast kunnen deze kinderen snel uit hun evenwicht raken en hevige emotionele schommelingen ervaren. Een kleine verstoring kan voldoende zijn om een sterke emotionele reactie uit te lokken, die lang kan aanhouden.