Spraakontwikkeling bij peuters en kleuters
Naarmate je kind de peuterleeftijd bereikt, maakt het gebrabbel plaats voor duidelijkere spraak. Je peuter zal steeds helderder beginnen te spreken en een groeiende woordenschat ontwikkelen.
Taal- en spraakontwikkeling: 2-3 jaar
Rond zijn tweede verjaardag zal de spraak van je kind duidelijker worden. Hij begint meer medeklinkers correct uit te spreken, inclusief dubbele, hoewel hij deze soms nog omkeert (zoals ‘weps’ in plaats van ‘wesp’). Moeilijkere medeklinkercombinaties, zoals ‘sch’, blijven uitdagend. Je peuter gaat langere zinnen van drie tot vijf woorden vormen.
De wereld van je peuter breidt zich uit voorbij het huis, en hij gebruikt taal om ervaringen en gevoelens zoals blijdschap of angst te uiten en plaatsen aan te duiden. Met een groeiende woordenschat en een verhoogde drang om meer te delen, ontwikkelt hij complexere grammaticale structuren. Je hoort hem experimenteren met werkwoorden en ruimtelijke begrippen zoals ‘in’, ‘tussen’, ‘achter’ en ‘naast’.
Je kind begint complete verhalen te vertellen, hoewel deze soms onsamenhangend lijken. Je kunt helpen de coherentie te verbeteren door gerichte vragen te stellen en zijn verhalen samen te vatten, wat helpt bij het begrijpen van samenhang en vertelvaardigheden.
Tijdens het spelen zal je kind vaak praten, wat een speelse oefening is. Jij kunt de spraakontwikkeling stimuleren door voor te lezen en te praten over dagelijkse observaties. Als je expressief een fout maakt in de uitspraak, kan je peuter het erg leuk vinden om je te corrigeren, wat bijdraagt aan zijn taalbewustzijn.
Een 2 tot 3-jarig kind kan:
- Heeft een vocabulaire van ongeveer 500 woorden en spreekt steeds helderder
- Wordt steeds vaardiger in het articuleren van medeklinkers
- Onderscheidt ‘ik’ en ‘jij’ en past dit toe in zijn taalgebruik
- Begint voorzetsels te gebruiken zoals ‘in’, ‘op’ en ‘onder’
- Start met het gebruiken van de verleden tijd, hoewel nog niet altijd correct (bijvoorbeeld: ‘ik loopte’)
Taal- en spraakontwikkeling: 3-4 jaar
In deze periode beginnen kinderen langere zinnen te vormen, waarin ze meervoudsvormen, verkleinwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoordvervoegingen gebruiken. Rond de leeftijd van drie jaar is de klankontwikkeling meestal voltooid, wat betekent dat je kind alle klanken van de moedertaal herkent, ook al kan hij ze nog niet allemaal correct uitspreken. Soms kan de drang om veel te vertellen leiden tot pseudo-stotteren, wat normaal is tussen het vierde en zesde levensjaar en doorgaans vanzelf overgaat, zolang er geen druk op het spreken wordt gelegd. Dit verschilt van echt stotteren of broddelen, welke spraakstoornissen niet spontaan verdwijnen.
‘Waarom?’ wordt vaak het favoriete woord van je peuter. Hij is nieuwsgierig en leert veel van de antwoorden die hij krijgt, wat ook zijn taalontwikkeling ten goede komt. Praten met je peuter kan heel leerzaam zijn, en het voeren van een goed gesprek is een waardevolle vaardigheid.
Op deze leeftijd kunnen peuters nog steeds moeite hebben met bepaalde medeklinkers, vooral de R en S. De R kan worden vervangen door een J, W of L of weggelaten, en de S wordt vaak slissend uitgesproken, wat te wijten is aan de nog in ontwikkeling zijnde mondmotoriek.
Een 3-jarig kind kan:
- Uitspreken van ongeveer 1000 woorden en begrijpen van zo’n 1250 woorden
- Frequent ‘waarom?’ stellen
- Veel verhalen vertellen
- Mogelijk pseudo-stotteren, wat vaak voorkomt als kinderen veel willen vertellen en nog zoeken naar de juiste woorden of zinsconstructies
- Soms nog worstelen met correcte zinsbouw
Taal- en spraakontwikkeling bij kleuters – vanaf 4 jaar
Vanaf de start in groep 1 zal je kind zijn woordenschat verder uitbreiden en ongeveer 3000 woorden begrijpen. Voegwoorden zoals ‘maar’ en ‘omdat’, en diverse werkwoordsvormen worden meer gestructureerd gebruikt, aangezien kinderen graag over gebeurtenissen vertellen.
De zinnen die je kind vormt, gaan steeds meer lijken op die van volwassenen, hoewel er nog steeds foutjes kunnen voorkomen. Enkele blijvende struikelblokken zijn:
- Meervoudsvormen (bijvoorbeeld ‘zwembad’ wordt ‘zwembatten’)
- Werkwoordsvormen (zoals ‘ik loopte’)
- Het onderscheiden van ‘hem’ – ‘haar’ en ‘hij’ – ‘zij’
- Het gebruik van het lidwoord ‘de’ in plaats van ‘het’
- De zinsvolgorde bij het stellen van een vraag
De spraak van je kind is nu merkbaar helderder. Minimaal driekwart van wat je kleuter uitdrukt, zou nu goed te verstaan moeten zijn. De letters R en S kunnen nog steeds wat uitdagend zijn, maar dit is normaal en zal naar verwachting verbeteren naarmate de mondmotoriek zich verder ontwikkelt, meestal rond het vijfde of zesde levensjaar.
Taalontwikkeling peuters en kleuters stimuleren
Om je kind te motiveren zijn of haar spraakvaardigheden te verbeteren, is het cruciaal om positief en ondersteunend te reageren. Focus op de inhoud van wat je kind zegt, in plaats van de manier waarop het wordt gezegd. Dit bouwt zelfvertrouwen op, wat essentieel is voor effectieve taalverwerving.
Hier zijn enkele tips om je peuter of kleuter spelenderwijs te ondersteunen bij de taal- en spraakontwikkeling:
- Luister goed en toon interesse als je kind iets deelt
- Maak er een gewoonte van om regelmatig voor te lezen of samen plaatjes te bekijken
- Stem speelactiviteiten af op de interesses van je kind
- Spreek zelf helder en rustig, vermijd babypraat
- Stel vragen uit interesse om het gesprek te stimuleren, niet enkel om kennis te toetsen
- Bespreek dagelijkse dingen en de omgeving om de woordenschat te vergroten
- Als je kind een fout maakt, verbeter het dan niet direct, maar gebruik het correcte woord in je eigen antwoord
- Stimuleer spraak door positieve reacties, niet door het te forceren
Achterstand taalontwikkeling peuter
Elk kind is uniek en doorloopt verschillende ontwikkelingsfases op zijn eigen tempo. Het is heel gewoon als het ene kind bepaalde mijlpalen in de taal- en spraakontwikkeling sneller bereikt dan het andere. Als je het gevoel hebt dat de spraak van je kind lang op zich laat wachten, je moeite hebt met verstaanbaarheid, of je zorgen maakt over het gehoor, vertrouw dan op je instinct en zoek hulp bij het consultatiebureau, de huisarts of een logopedist. Soms kan het al veel helpen om enkele tips te krijgen of je zorgen te bespreken.
Blijf op de hoogte
Mis geen enkel artikel meer, schrijf je in en blijf op de hoogte!